Geschiedenis van de Hongaarse vlag
De huidige Hongaarse vlag werd officieel ingevoerd in 1957, maar de rood-wit-groene kleuren hebben een veel langere geschiedenis. Ze verschijnen al in de 19e eeuw als onderdeel van de Hongaarse nationale beweging en zijn sterk verbonden met het streven naar onafhankelijkheid binnen het Habsburgse Rijk.
De betekenis van de kleuren is diep geworteld in de Hongaarse cultuur. Rood staat voor moed en het bloed van degenen die vochten voor vrijheid. Wit verwijst naar zuiverheid en rechtvaardigheid. Groen symboliseert de vruchtbaarheid van het land en de hoop op een bloeiende toekomst. Deze driekleur werd al in 1848 gebruikt tijdens de revolutie en groeide uit tot hét symbool van het Hongaarse nationale bewustzijn.
Na verschillende politieke richtingen in de 20e eeuw, waaronder varianten met het Hongaarse wapen, werd in 1957 het huidige ontwerp bevestigd. Sindsdien staat de vlag voor trots, identiteit en een eeuwenoude nationale traditie die nog altijd zichtbaar is in het dagelijks leven van Hongarije.